In Nederland heeft ongeveer 10% van de basisschoolleerlingen moeite met leren lezen. Leert een kind niet goed lezen, dan heeft dit grote invloed op de schoolloopbaan en het verdere functioneren in de maatschappij. Bovendien is een lezend kind vaardiger in taal. Een kind dat een kwartier per dag leest of wordt voorgelezen leert maar liefst 1000 extra nieuwe woorden in een jaar.
Tijdens de leesondersteuning wordt ook veel aandacht besteed aan leesbeleving, leesmotivatie en leesplezier. Krijgt een kind eenmaal de smaak te pakken dan wordt het maken van leeskilometers zoveel makkelijker en vooral leuker.
In de leesbegeleiding maak ik de keuze welke begeleiding het best aansluit bij de ondersteuningsbehoeften van uw kind.
Zelfredzaamheidslezen
In de praktijk maak ik sinds een jaar ook gebruik van de DMT-R map die in 2018 is uitgekomen. De R slaat op het redzaamheidslezen. Bij het redzaamheidslezen gaat het om een groot aantal maatregelen en interventies die tot doel hebben het racelezen af te schaffen en kinderen te leren rustig en nauwkeurig te lezen.
Toneellezen
In de praktijk wordt toneellezen regelmatig ingezet. Toneellezen is een uitdagende vorm van samenlezen. Twee of meer lezers kruipen in de huid van een personage en lezen de tekst hardop voor. Het wordt ook wel theaterlezen genoemd omdat lezend een toneelstukje wordt opgevoerd, maar dan zonder podium. Toneellezen bevordert het leesplezier en het lezen met intonatie. De verhalen kunnen grappig, spannend of informatief zijn. Ze worden geschreven door bekende, ervaren schrijvers.
Taal in Blokjes
In de praktijk kan besloten worden om te werken met de Taal in Blokjes Reader software. De Taal in Blokjes Reader software is speciaal ontwikkeld voor kinderen die extra leesondersteuning nodig hebben. De kinderen kunnen lezen met klankhulp. De reader helpt kinderen die moeite hebben met de klank-teken koppeling, met de overstap van één- naar meerlettergrepige woorden en met het maken van leeskilometers. De nauwkeurigheid en het leestempo kunnen aanzienlijk verbeteren als kinderen zien hoe woorden in elkaar zitten.
RALFI teksten
RALFI staat voor:
Repeated: Herhaald lezen met tussenpozen
Assisted: Ondersteund door voorlezen-voorzeggen en bijwijzen
Level: Inzetten op een hoog niveau (leeftijdsadequaat)
Feedback: Directe neutrale feedback bij fouten, maar ook toegespitste positieve feedback
Interactie: Enthousiaste interactie over de inhoud
Tijdens de begeleiding wordt de tekst vloeiend voorgelezen op een normaal tempo. Uw kind leest mee en wijst bij. Na het voorlezen vindt koor-lezen plaats. Samen wordt de tekst gelezen. Het tempo wordt aangegeven door de leesbegeleider.
Uw kind krijgt de tekst mee naar huis waar u (of een andere goede lezer) met het kind samen hardop leest. De laatste keer leest uw kind de tekst zelfstandig.
RALFI light
Met leerlingen die het niveau eind groep 4 hebben behaald kan overgestapt worden naar de RALFI light aanpak.
Naast RALFI teksten maak ik gebruik van woord-lijsten die een bepaalde leesmoeilijkheid hebben, aansluitend bij het niveau van uw kind. De woorden worden voorgelezen en besproken en vervolgens worden de lijsten met woorden thuis verder geoefend.
Toch nog Leren Lezen
In Nederland kan tussen de 10 en 15 procent van de leerlingen onvoldoende lezen aan het einde van groep 3. Voor die leerlingen kan Toch nog leren lezen uitkomst bieden. TNL is bedoeld voor leerlingen die stagneren in het aanvankelijk lezen en spellen (groep 3 en groep 4). TNL heeft 13 leesdelen. De eerste zes bestaan uit teksten met woorden van maar twee klanken zoals z ee en k oe.
Dat is gedaan om drie redenen.
- Ten eerste kan de leerling deze teksten vrij gemakkelijk niet-spellend leren lezen. Eventueel houdt hij de eerste klank iets langer aan, maar hij herhaalt het woord niet. Hij leest bijvoorbeeld in deel 2 ‘aaaat eeeet aaaan zzzee‘.
Zo leert hij het spellend lezen af. - Ten tweede zijn deze woorden erg verwisselbaar: nee/een, zie/zei en de/een. Doordat er voorzichtig in kleine stapjes wordt opgebouwd, leert de leerling op elke letter in elke positie te letten.
Zo leert hij het radend lezen af. - Ten derde zijn woorden van twee klanken, zoals een en aan, vaak onderdeel van langere woorden. Als het lezen van een en aan geautomatiseerd is, helpt dat bij het leren lezen van eenden en gedaan.
Zo fundeert TNL het lezen van langere woorden