Begrijpend lezen

Om goed een tekst te kunnen begrijpen, moet een kind voldoende vlot kunnen lezen. Daarnaast moet de woordenschat groot genoeg zijn om die tekst te lezen. Als meer dan 20% van de woorden onbekend zijn binnen de tekst, wordt het begrijpen van die tekst lastig.

Bij de start van begeleiding van begrijpend lezen zal dus eerst gekeken worden naar het niveau van woordenschat en vloeiend lezen. Hiermee is de startsituatie bekend.

Binnen de begeleidingslessen begrijpend lezen maak ik gebruik van een stappenplan. Wat doe je voor het lezen, tijdens het lezen  en wat doe je na het lezen van een tekst.

begrijpend-lezen2

Onderdeel van de 7 leesstrategieën

Door de stappen hardop denkend voor te doen (te ‘modelen’) aan uw kind, laat ik zien hoe een goed lezer een tekst aanpakt.

Door het eerst voor te doen, daarna samen te doen en vervolgens zelf te laten doen, leert uw kind steeds beter zelfstandig teksten aan te pakken. En dat geeft zelfvertrouwen. Ook is er aandacht voor het uitbreiden van de woordenschat.

Metacognitie, het nadenken over je eigen leerproces, is hierbij ook een belangrijke vaardigheid. Als leerlingen weten dat zij door begrijpend lezen  hun kennis over de wereld vergroten en nieuwe informatie koppelen aan bestaande kennis, begrijpen zij dat het gaat om kennisverwerving en -verwerking. Door samen de tekst te doorgronden, leren kinderen teksten beschouwen en zich een mening te vormen over dat wat ze lezen.
Binnen de lessen wordt gebruik gemaakt van voor kinderen betekenisvolle teksten. Teksten die vragen en nieuwsgierigheid oproepen.